ook voor het "speciale"
John Bowlby
De hechting van kinderen:
Van 1968 tot 1980 heeft John Bowlby een theorie geschreven over de hechting van kinderen. Deze theorie is erg belangrijk geweest voor het besef dat het essentieel is voor kinderen om een goede hechting te krijgen. In onderstaand artikel geef ik weer wat je in de kinderopvang kunt doen met de kennis die men heeft over de hechting van kinderen en wat het effect kan zijn in de kinderopvang.
Een goede hechting
Het is voor ieder kind belangrijk dat er op zeer jonge leeftijd een goede hechting is met de opvoeder. Meestel gaat dit ook goed, maar soms is er, door omstandigheden, een slechte hechting ontstaan en dat heeft dan effect op het verdere leven van het kind. Een goede hechting is essentieel. Kinderen die goed gehecht zijn zullen ook zelfvertrouwen opbouwen, hierdoor durven ze op onderzoek uit te gaan. Omdat dit boek geschreven is om kinderen geluk en zelfvertrouwen te wensen is dit een belangrijk onderwerp.
An unattached child, even at the age of three or four, cannot easily attach himself even when he is provided with the most favourable conditions for the formation of a human bond. The most expert clinical workers and foster parents can testify that to win such a child, to make him care, to become important to him, to be needed by him, and finally to be loved by him, is the work of months and years. Yet all of this, including the achievement of a binding love for a partner, normally takes place, without psychiatric consultation, in ordinary homes, and with ordinary babies, during the first year of life...
Selma Fraiberg, psychologe in: Every Child's Birthright: In Defense of Mothering, 1977
Depressieve moeder en baby gebaat bij contact
In Nederland krijgen jaarlijks 20.000 vrouwen na de bevalling een depressie. Hun baby’s hebben meer kans op sociaal-emotionele problemen. Er is steeds meer bewijs dat vroege communicatie tussen ouder en kind cruciaal is bij de ontwikkeling van het kind. De moeder-baby interventie van RIAGG Ijsselland bestaat uit huisbezoeken bij depressieve moeders, met de focus op contact tussen moeder en kind. De interactie en hechting verbetert en dit effect is er na een half jaar nog. (RUN)
(Brabants Dagblad, 30 november 2007)
Een slechte hechting kan verbeterd worden door het kind, zoals ik hierboven aangaf, genoeg aandacht en affectie te tonen zodat het opnieuw aan een persoon kan hechten. Dit kan de ouder zijn, een therapeut, een andere opvoeder of op latere leeftijd een nieuwe partner. Kinderen kunnen zich aan meerdere personen hechten.
Als je kinderen te vaak straft als het kind op een negatieve manier aandacht vraagt, zal het ook váker aandacht vragen omdat het niet gehoord wordt en is de opvoeder meer tijd kwijt aan het mopperen op het kind. Als je rustig op het kind reageert en je geeft het kind het nodige gereedschap om op een normale (positieve) manier aandacht te kunnen vragen zal het kind niet zo vaak om aandacht vragen. Het is al immers gehoord en het kind weet dat als er iets is waar het mee zit, dat het naar de opvoeder kan gaan. Het kind krijgt zelfvertrouwen.
Ieder kind heeft aandacht nodig.
“Ik heb het toch altijd gedaan, waarom zou ik het daarom niet doen?”
Veel kinderen die druk zijn en onhandig, die veel aandacht nodig hebben, hebben het gevoel dat ze overal de schuld van krijgen. In deze maatschappij worden kinderen die opvallen door hun gedrag door sommige volwassenen niet op dezelfde manier bejegend als kinderen die goed luisteren en rustig zijn. Vaak zijn deze volwassenen afwijzend en negatief (“doe toch eens normaal”) Vaak zeggen deze volwassenen met rust gelaten te willen worden en er is een tendens bij sommige volwassenen, die zeggen dat als ze lief zijn tegen zulke kinderen, dat andere kinderen er dan onder lijden. Vaak vertellen deze mensen dan dat het toch geen zin geeft om lief te zijn tegen een druk kind of ze zeggen dat het kind het niet verdient heeft. Het kind wordt op een stoel of in de hoek gezet zodat de volwassenen er geen last meer van hebben of er wordt tegen deze kinderen gezegd dat ze altijd stout zijn en vervelend. Als deze kinderen maar genoeg op deze manier bejegend zijn gaan ze er zelf in geloven, ze geloven dan dat ze stout zijn of vervelend en daarom gedragen ze zich dan ook zo.
Een kind heeft van nature de nodige aandacht nodig en als een kind op een normale manier geen aandacht krijgt zal het op een negatieve manier aandacht vragen. Op deze manier krijgen ze in ieder geval de nodige aandacht. Deze kinderen bouwen daardoor geen zelfvertrouwen op en vragen steeds vaker op een negatieve manier aandacht en de volwassene reageert in bovenstaand voorbeeld op de manier als (“ga weg en ga spelen” of “vraag toch eens niet zo veel aandacht”) vaak is al van jongs af aan op zulke manier op deze kinderen gereageerd. De enige oplossing is om deze kinderen te leren om op een positieve manier aandacht te vragen, waardoor ze zelfvertrouwen op kunnen bouwen en daardoor later niet zo veel aandacht meer nodig hebben. Als kinderen zoals in de hechtingstheorie beschreven is, niet genoeg aandacht krijgen dan kunnen kinderen niet voldoende aan een persoon hechten en zullen ze toch aandacht vragen totdat ze voldoende aandacht krijgen om zelfstandig en zelfverzekerd te kunnen zijn. Dit kan doorgaan totdat de kinderen volwassen zijn. In extreme gevallen, als kinderen verwaarloost zijn of mishandeld, kunnen mensen tot aan hun dood zóveel bevestiging vragen aan de omgeving dat het anderen gaat irriteren. Deze mensen zijn ontzettend onzeker in hun leven en hebben erg weinig zelfvertrouwen.
In de kinderopvang zal het kind met pedagogisch medewerkers te maken krijgen en om zich veilig te voelen zal het kind dus aandacht vragen. Als het kind aandacht genoeg krijgt van deze persoon zal het kind rustig kunnen spelen in de wetenschap dat het veilig is en dat er iemand in de buurt is waar het kind naar toe kan gaan als het angstig is en met vragen zit. Het is een soort uitvalsbasis die vertrouwd moet zijn voor het kind. Met het nodige zelfvertrouwen durven ze dan op verkenning uit te gaan, ze weten daardoor dat er altijd iemand is waar ze naar toe kunnen als het te spannend voor ze wordt.
Het ene kind is het andere niet en het ene kind heeft behoefte aan meer positieve aandacht om zich veilig te voelen als het andere kind.
Hoe vragen kinderen de noodzakelijke aandacht?
Kinderen die zich veilig voelen gaan op ontdekkingstocht en kunnen veel beter zelf spelen. Ik heb hieronder een overzicht gemaakt.
Kinderen die niet zelfverzekerd zijn zullen altijd blijven vragen of zij het wel goed doen totdat het moment komt dat zij genoeg bevestiging krijgen van de opvoeder. Hoe ouder het kind wordt hoe moeilijker het is voor deze kinderen om te geloven en te beleven dat zij er toe doen doordat het, steeds als ze de moeite nemen om aandacht en liefde te vragen, zij negatieve ervaringen terug krijgen. Het zal steeds moeilijker worden om het nodige zelfvertrouwen en de waardering voor deze kinderen op te bouwen waardoor zij op den duur psychische stoornissen zullen kunnen ontwikkelen zoals een depressie.
Nienke is een kindje van 5 jaar. Bij haar valt op dat het erg hangt aan Jannie de pedagogisch medewerker. Ze gaat niet uit zichzelf iets leuks doen, ze weet nooit wat ze leuk vind. Jannie ziet dat vader niet erg geïnteresseerd is in hoe Nienke haar tijd bij de buitenschoolse opvang besteed, ze krijgen te horen dat alleen moeder zich met de opvoeding bemoeit.
Het zou kunnen dat Nienke in bovenstaand voorbeeld niet voldoende gehecht is in de eerste periode van haar leven. Dit kan doordat zij veel in het ziekenhuis heeft gelegen, dat de ouders niet voldoende aandacht aan het kind besteed hebben of door andere oorzaken. Ook kan het zijn dat Nienke een pleegkind is dat uit een kindertehuis komt en niet genoeg aan haar opvoeders heeft kunnen hechten. Het is in dit geval belangrijk dat Nienke een veilige haven heeft waar het naar toe kan. Als Nienke bijvoorbeeld bij de buitenschoolse opvang is, zou men haar de mogelijkheid kunnen geven dat ze bij iemand terecht kan. Er zou voldoende gezegd moeten worden dat ze de moeite waard is. Daarna zou de pedagogisch medewerker haar voorzichtig kunnen stimuleren om te gaan spelen met de andere kinderen.
Een kind dat niet voldoende gehecht is heeft het vertrouwen nog niet dat het veilig kan spelen zonder dat ze de opvoeder zien. Het moet steeds een bevestiging hebben dat het goed is wat het aan het doen is. Het kind zal eerst meer zelfrespect en zelfvertrouwen op moeten bouwen wil het net zo goed kunnen functioneren als de andere kinderen.
Een slechte hechting:
De verlatingsangst van Jan
Er zijn kinderen die de ervaring hebben dat ze verlaten zijn door een of beide opvoeders. Deze kinderen kunnen een flinke angst ontwikkelen om verlaten te worden. Als kinderen (voor een langere tijd) verlaten worden door een of beide ouders is dit vaak een traumatische ervaring. Zeker als de hechting al niet zo goed was dan zal het kind geen of erg moeilijk vertrouwen kunnen opbouwen met (andere) volwassenen. Jan was zo’n kind. Hij was een kind die, als je hem zag, steeds de grenzen van een opvoeder zocht om te kijken of deze (door zijn gedrag) hem afwees. Als hij dan ook afgewezen werd dan kon hij tegen zichzelf zeggen: “zie je wel, ik ben de moeite niet waard, iedereen gaat bij me weg”. Jan was naar buiten toe erg negatief ingesteld, op alles wat men tegen hem zei deed hij erg grof terug. Het leek wel of hij het niet leuk vond dat iemand positief tegen hem deed. Misschien was hij bang om de nieuwe positieve gevoelens bij hem te ontdekken met de angst dat deze weer weggenomen zouden worden. Bij zulke kinderen zul je erg veel geduld moeten hebben om resultaat te krijgen. Het allerbelangrijkste is om hem het vertrouwen terug te geven in zichzelf en in anderen door rustig te blijven, ook al zijn deze kinderen erg negatief.
Een stagiaire vertelt dat ze bij een andere organisatie stage moest lopen. Ze kreeg daar te horen dat ze de kinderen in het kinderdagverblijf niet mocht knuffelen omdat dit aan de ouders voorbehouden was (vond men daar).